11 februari 2017

Provincie Noord-Holland kiest halfbakken fusievariant

Heel voorspelbaar is er weer herrie in de tent. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben laten weten wat ze willen met de gemeenten in het Gooi en de Vechtstreek. Er moeten hooguit drie gemeenten worden gevormd en het besluit daarover moet worden genomen vóór de burger in maart 2018 (gemeenteraadsverkiezingen) zijn mening kan geven. Maar lost dat iets op? En is een betere variant denkbaar?

Het probleem is bekend. Weesp en Wijdemeren hebben nu te weinig bestuurskracht. Blaricum, Eemnes en Laren als BEL-Combinatie krijgen een voldoende, maar alleen ’per saldo’, dus ook daar zitten zwakke plekken. En of de BEL-Combinatie zichzelf blijvend op de been kan houden is aan twijfel onderhevig. Alleen Hilversum en Huizen scoren een voldoende. En dan is er nog fusiegemeente Gooise Meren, waar het misschien op termijn iets moois wordt, maar waar de problemen vooralsnog niet van de lucht zijn.

Tot slot is er de Regio Gooi en Vechtstreek (RGV). Daarover wordt in gemeenteraden geregeld gemopperd. Dan vallen termen als ’de black box in Bussum’ en een ’democratisch gat’. Ook vragen raadsleden zich wel af of ’we alleen mogen tekenen bij het kruisje’. De ingewikkelde RGV-samenwerking levert ook veel ’bestuurlijke drukte’ op. Er worden wel pogingen gedaan daaraan iets te verbeteren, maar met de RGV zullen we waarschijnlijk nooit een echte deuk in een pakje boter slaan in Amsterdam, Den Haag en Brussel. Het blijft behelpen.

Concreet

Voor de burger is het een bestuurlijke ver-van-mijn-bed-show. Tot het concreet wordt. Dan gaat het over banen in de regio, over dichtslibbende wegen en steeds vollere treinen, over genoeg betaalbare woningen, over het open houden van zwembaden en bibliotheken, over gebrekkige ontwikkeling van het toerisme. Dat zijn allemaal dingen die de burger wél rechtstreeks raken.

Logisch dus dat de provincie in het belang van de inwoners deze regio in een betere positie wil manoeuvreren om de problemen het hoofd te bieden. Even logisch dat bestuurders in deze regio zich er het hoofd over breken.

Maar zodra suggesties voor oplossingen worden gedaan, schieten mensen in een kramp. Hoe moet het met mijn prachtdorp als we samengaan met Hilversum? Hoe vergaat het onze lommerrijke dreven als we in een keurslijf worden geperst met buurman Huizen? Vergeten wordt al snel dat ook in een groter verband eigen mensen uit dat fraaie dorp in de nieuwe gemeenteraad zitten en dus mede de koers bepalen. Vergeten wordt dat ook de grotere gemeenten in onze regio – zelfs de grootste gemeenten in Nederland – tegenwoordig doordrongen zijn van het belang van sterke buurten en kernen.

Ernstig pijnpunt

Een ernstig pijnpunt is dat de provincie geen boodschap heeft aan de kiezer. Tegenover deze krant vluchtte gedeputeerde Van der Hoek in de dooddoener dat er ’ook nu gekozen gemeenteraden zitten’. Zeker, maar die werden in 2014 gekozen toen het fusievraagstuk nog geen rol speelde.

Maar laten we eens aannemen dat de provincie wél wil wachten op de raadsverkiezingen van 2018. In een aantal (kleinere) gemeenten zal dan de roep om zelfstandigheid luid klinken. En stel nu eens dat de provincie daarnaar luistert en het huidige plan – fuseren tot hooguit drie gemeenten – laat varen. Dan is op z’n minst veel intensievere ambtelijke samenwerking nodig om de problemen van Weesp en Wijdemeren en de niet duurzaam krachtige positie van de BEL-Combinatie op te lossen. En dan nog blijft de Regio Gooi en Vechtstreek kampen met nodeloos veel ’bestuurlijke drukte’ zonder dat de RGV op een groter toneel wordt gehoord.

Lost dat iets op?

Zo bezien valt er best iets voor te zeggen dat de provincie en een (flink) aantal fracties in de gemeenteraden stappen willen zetten. Dus hebben Gedeputeerde Staten – in navolging van bureau Deloitte – gekozen voor fusies tot er hooguit drie gemeenten overblijven. Maar lost dat iets op? Ook drie gemeenten hebben het samenwerkingsverband RGV nodig. En dus blijft de ’black box in Bussum’ bestaan. De bestuurlijke drukte wordt minder, maar verdwijnt niet. En gehoord worden we als collectief nog steeds niet of nauwelijks in Amsterdam, Den Haag en Brussel.

In zekere zin wordt het zelfs erger. Nu kan vrijwel geen gemeente het zich veroorloven te kiezen voor een ’Alleingang’ buiten de andere RGV-partners om. Als straks drie kloeke gemeenten resteren, is elk daarvan sterk genoeg om zich op onderdelen los te maken: vrienden, zoek het maar uit, in deze kwestie gaan wij even onze eigen gang. Het zou ernstig afbreuk doen aan de effectiviteit van de regio.

En toch kiest de provincie voor die drie-gemeenten-optie. Waar bestuurders wel eens menen dat burgers lijden aan emotie en angst, vergaat het de gedeputeerden blijkbaar niet anders. Net als Deloitte kiezen ze voor een ’halfbakken oplossing’ (woorden van gedeputeerde Van der Hoek), terwijl uit het Deloitte-onderzoek blijkt dat problemen pas echt worden opgelost als één grote gemeente wordt gevormd.

Drogredenen

Dat is misschien wel het merkwaardigste aan het Deloitte-rapport. De onderzoekers trekken een heldere conclusie: één gemeente is de meest logische en effectiefste optie. Eén gemeente van zo’n 250.000 inwoners is ineens de vijfde in het land, zit aan alle bestuurstafels en kan voor inwoners ferm in de bus blazen. Maar ineens laten de onderzoekers dan toch de kopjes hangen en komen ze met argumenten die vraagtekens oproepen.

Zo’n ferme fusiestap is in Nederland niet eerder gezet. En: anders dan Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht zou die vijfde gemeente geen samengebalde stedelijke kern zijn, maar een verzameling dorpen tussen groen en water. Allemaal waar. Maar wat is er mis mee om eens iets te doen dat nog niet eerder is vertoond? De onderzoekers lijken drogredenen op te voeren om hun bestuurlijke ’heren’ te plezieren.

Die gedeputeerde heren (én dames trouwens) etaleren enerzijds daadkracht: wij durven de kiezer heus wel opzij te zetten door knopen door te hakken nog vóór de gemeenteraadsverkiezingen van 2018. Anderzijds pakken ze niet door om tot de meest logische oplossing te komen, maar blijven ze halverwege steken in de drie-gemeenten-variant. Daarmee zetten ze de deur wagenwijd open voor niet één maar twee keer een hoop herindelingsgedoe: één keer om tot drie gemeenten te komen, later nogmaals als één gemeente wordt gevormd.

Tot slot dit. In onze regio valt al heel lang de vrees te beluisteren te worden overheerst door Hilversum als het tot één gemeente komt. Maar als we nuchter naar de cijfers kijken, liggen de zaken anders. Hilversum telt zo’n 88.000 inwoners, heel de regio een kwart miljoen. Samengaan in één geheel betekent dat Hilversum wordt ingekapseld door de dorpen. Denk aan de grote Gulliver en de minimensjes in Lilliput die hem temden.

Bron: G&E 11feb17 Ronald Frisart